Maandag krijg je de papieren versie mee naar huis.
Fijn weekend en veel succes!
Proevenwijzer
Juni 2016
Wiskunde
Je moet
alle leerstof kennen van het voorbije schooljaar maar gelukkig wordt
alles herhaald in je E-boek dus met je D- en E-boek heb je
voldoenden. Alles wordt in de klas ook nog een keer herhaald in de
herhalingslessen achteraan in je E-boek. Als je oefeningen uit deze
herhalingslessen opnieuw maakt, moet de toets zeker lukken. Kijk
achteraan op de kaft welke les bij welk onderdeel hoort.
Kijk ook
goed naar je huiswerkbundel waar je fouten zaten. Maak de oefeningen
die je fout had, nog eens opnieuw en vraag op tijd hulp!
Je mag ook
altijd de vierkantjes (herhaling) of driehoekjes (wat moeilijker)
maken maar dit moet je zelf nakijken met de verbetersleutel. Als je
die graag mee naar huis neemt, geen probleem maar bezorg hem zeker
terug. Volgend schooljaar hebben we dit ook nog nodig.
Nederlands
- Spelling: als eindproef telt het controledictee 5. Bekijk zeker je klein dicteeschriftje en schrijf de woorden die je fout had nog een keer opnieuw. Verlies ook de werkwoorden niet uit het oog!
- Taalbeschouwing : Bekijk les 4 en 7 van thema 10 nog zeker een keer!
Woordsoorten:
- Verwijswoorden
- Signaalwoorden
- lidwoorden
- bijvoeglijke naamwoordenAndere zaken die je moet kennen:
- verkleinwoorden
- samenstellingen en afleidingen
- meervouden
- trappen van vergelijking
- zinsontleding
- Spreken: Zorg ervoor dat je je tekst van je toneel goed kent en dat je al je attributen bij hebt!
- Begrijpend lezen: Hiervoor kan je je niet echt voorbereiden. Zorg ervoor dat je goed uitgeslapen bent en dat je je goed kan concentreren.
Frans
Van Frans
moet je alle woordenschat van dit schooljaar kennen. Meer specifiek
gaat leerstof van unité 16 tot en met 19 getoetst worden. Zoals op
elke proef moet je de woorden enkel kunnen overschrijven. Bekijk ook
zeker je petit grammaire nog een keertje.
Voor je
mondeling kijk
je best bij de révision van 16 – 19 wat je moet kennen. Daar staan
mooie voorbeelden van wat je kan verwachten.
Oefen je
graag nog een een luisteroefening, kan je altijd terecht op bingel.
Wero
Tijdens de
toets mag/moet je je bronnenboek gebruiken. Je krijgt echter niet
alle tijd van de wereld dus lees op voorhand goed je hoofdstukken
door. Alle vragen kunnen worden opgelost met de inhoud van je
bronnenboek en je gezond verstand. Niet alles staat er letterlijk in,
soms ga je goed moeten nadenken. Je leerwerkboek studeren is echt
niet nodig. Hieruit gaan geen vragen komen.
Denk ook
aan de actualiteit. Ook hierover krijg je enkele vragen.
Bronnenboek:
- Les 19: spijsverteringsstelsel (blz.64 – 65)
- Les 20: longen en ademhalingsstelsel (blz. 66 – 67)
- Les 21: bloed en de bloedsomloop ( 68 – 69)
- Les 27 : Golven van geluid (blz. 82 – 83)
- Les 28: Een kijkje in het menselijk lichaam(blz.84 – 85)
- Les 42: milieuzorg, een duurzame toekomst (blz. 118 – 119)
- Les 43: milieuzorg, kappen of planten (blz. 120 – 121)
- Les 47: verkeersborden (blz. 128 – 129)
Atlas:
Voor dit
deeltje krijg je maar een beperkte tijd. Je krijgt een blad mee naar
huis waar vergelijkbare opdrachten voor je atlas opstaan, zo weet je
wat je moet kunnen. Je kan ook altijd zelf enkele opdrachten
opstellen voor een vriend of vriendin en deze dan uitwisselen.
Ik kan
- werelddelen, steden, dorpen, ... opzoeken in mijn atlas.
- De juiste vak-coördinaten opzoeken.
- De atlas vlot gebruiken
Godsdienst:
Je hebt de
leerstof samen met meester Leo overlopen. Hier zou alles moeten
duidelijk zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten